In de jaren na de Tweede Wereldoorlog begon Nederland langzamerhand vele veranderingen door te maken. Het aantal geboortes nam tijdens en na de bevrijding aanzienlijk toe. Tussen 1946 en 1955 zijn er in Nederland 2,4 miljoen kinderen geboren, tot midden in de jaren 50 bleef het geboortecijfer van Nederland zelfs het hoogste van heel West-Europa. Deze kinderen zouden allemaal tot de babyboomgeneratie gaan behoren (de generatie die in de periode van 1946-1955 is geboren) Helaas bracht deze geboortegolf negatieve gevolgen met zich mee zoals de overgrote toestroom naar zowel de lagere als middelbare scholen en vervolgens op de arbeidsmarkt. De generatie die voor de Tweede Wereldoorlog was geboren deelde hun leven op een totaal verschillende manier in dan de babyboomers. Zij hielden zich meer vast aan de klassieke verdelingen en gingen vaak direct na het behalen van hun middelbareschooldiploma aan het werk en bleven thuis wonen om vervolgens vanuit huis te trouwen en. De babyboomers gingen tegen deze klassieke levensloop in en begon met het experimenteren naar een andere vorm van samenleven. Zo kregen zij pas op latere leeftijd kinderen maar gingen al samenwonen voordat het huwelijk gesloten was Vrouwen stopten niet meer met werken en verdiende zij ook de kost. De opgroeiende jeugd begon dus langzaam een andere invulling te geven aan hun leven dan hun ouders. Besteding van de zaterdagavond 1956/1961 Uit cijfers van het Centraal bureau van de Statistiek blijkt dat het grootste deel van de bevolking tot 18 jaar hun vrije tijd binnenshuis op zaterdagavond doorbracht met televisiekijken, het luisteren naar muziek of het lezen van een boek. Op grafiek staat niet boek maar buiten zijn en op bezoek gaan 6 Vooral het luisteren van muziek en het kijken van een film zou de bakermat vormen voor de levensstijl die de jeugd later zou gaan vormen. De overgewaaide muziekfilm Rock Around the Clock is hier een uitstekend voorbeeld van. De Rock & Roll rage was komen overwaaien vanuit Amerika. De muziek viel niet in de smaak bij de conservatieve ouders en autoriteiten. Volgens hen was Rock & Roll “apenmuziek” die niet geschikt was om te luisteren mede door de seksuele toespelingen die in de teksten van deze muziek schuilgingen. Met afgrijzen keken de ouders de taferelen aan. Hun kinderen dansten niet meer stijl wet elkaar, maar “shaketen” met hun knieën en gooiden meisjes in de lucht. Voortdurend werd er gekeken naar het buitenland, met name Amerika. De Verenigde staten liepen namelijk op vele vlakken voor op Nederland en op Europa. Hier was de ontzuiling al eerder aan de gang. En begonnen de klassieke verhoudingen in de maatschappij al te vervallen. Mensen met een verschillende religieuze achtergrond begonnen steeds meer met elkaar in contact te komen. Door het gebruik van de tv en radio was het veel eenvoudiger geworden om deze twee werelden met elkaar in contact te laten brengen. De Nederlandse jeugd begon naar Amerikaanse muziek te luisteren. Langzaam begonnen ze de Amerikanen te kopiëren. In de Nederlandse kranten en tijdschriften werd veel geschreven over de misstanden als gevolg van de hype rond Rock & Roll. Zo beschreven ze Rock & Roll als “heidens kabaal; hel en stampei in de meest letterlijke zin.” Hoe meer commentaar er op Rock & Roll werd geleverd hoe aantrekkelijker de jeugd deze muziek begon te vinden en hoe meer ze zich begonnen af te zetten tegen de gevestigde normen en waarden in de maatschappij en hun ouders. De jeugd raakte in de ban van Rock & Roll. Helaas begon dit wel uit de hand te lopen en begon de jeugd zich opstandig te gedragen. In Apeldoorn liep de situatie zo uit de hand dat de film Rock & Roll door de burgemeester zelfs werd verboden. Er braken rellen uit zodat de politie genoodzaakt was om met harde hand in te grijpen. Na vier dagen van rellen liep de onrust in Apeldoorn met een sisser af. De burgemeester sloot een compromis met de relschoppers, de film zou alsnog worden gedraaid, maar hier stond wel tegenover dat de jeugd zich zou moeten gaan gedragen. De opkomst van Rock & Roll viel samen met het begin van de ontzuiling waarvan Nederland in de ban was. De structuren die vanzelfsprekend waren geworden in Nederland begonnen langzamerhand weg te vallen. Het geloof begon steeds minder belangrijk te worden voor de tieners. Het omgaan met iemand van een andere religie was voor hen geen zonde meer. Volgens de Utrechtse historicus Hans Righart begon de nieuwe generatie jongeren zich ook zo tegen hun ouders af te zetten omdat zij juist niet zoals hun wilden eindigen. Hun ouders 7 hadden namelijk tijdens de naoorlogse jaren een sober leven geleid waarin zij voortduren bezig waren om geld te verdienen om zo weer een leven te kunnen opbouwen. De jeugd beschikte nu over een stuk meer geld Zij kochten van hun eigen geld spullen waarmee zij zich konden onderscheiden zoals brommers. De Nozems kregen steeds meer aandacht en begonnen ook steeds vaker op te duiken in het straatbeeld, de Nozems als jeugdcultuur waren geboren.